MENU
Zoals ik al zei, is grenache echt een fruitbom. Met aroma’s van (gedroogde) aardbei, gegrilde pruim, frambozensaus, kersen en grapefruit is hij de ideale smaakmaker in een wijn. Vanwege deze kenmerken, en het lage gehalte van tannines, is dit een ideale wijn om rosé van te maken. Juist vanwege zijn fruitige smaak in de wijn kiezen de meeste wijnmakers ervoor om de wijn zoveel mogelijk te houden zoals hij is en hem niet op hout te laten rijpen. Wanneer ze dat wel doen, gebruiken ze het liefst gebruikt hout, zodat de aroma’s zo veel mogelijk bewaard blijven. Wanneer hij wat langer rijpt, krijg je ook aroma’s van leer en zoethout. Deze gerijpte wijnen zijn meestal geblend met bijvoorbeeld syrah of tempranillo. Deze druiven hebben wat meer kracht en tannines, wat het rijpingsproces bevordert.
Een hele bekende blend waar grenache onderdeel van is, is de bekende Franse blend: GSM (grenache, syrah en mouvèdre). Deze drie druiven hebben alle drie een eigen superkracht, waardoor de wijn bijna perfect wordt. Zo geeft grenache de wijn fruit, en geven syrah en mouvèdre de wijn kracht en diepgang door de zwaardere kleur en tannines.
Dat grenache onderdeel is van de GSM blend verklapt direct dat hij in Frankrijk wordt aangeplant. Bijna de helft van de wereldwijde grenachestokken staan in dit land. Met name in de zuidelijke Rhône is de druif een hoge pief. Het klimaat is hier lekker warm, waardoor de druif goed kan rijpen. Met de appellation AOC Côte du Rhône heb je een lekkere toegankelijke wijn van deze druif (vaak geblend met syrah). Maar als je een stapje hoger wilt op de kwaliteitstrap, moet je zeker eens de AOC Côte du Rhône Villages proberen voor meer complexiteit. Een ander bekend gebied is de AOC châteauneuf-du-pape. Deze hebben een sterke body en veel alcohol. Grote keien stralen hier ‘s nachts restwarmte uit, waardoor de druiven extra goed kunnen rijpen. Hierdoor krijg je complexere aroma’s van onder andere karamel en gedroogd fruit.
Naast (Zuid-)Frankrijk doet de druif het ook erg goed in Spanje. Hier noemen ze de druif garnacha en is hij een onderdeel van de wijnen: DOCa Rioja, DO Navarra en de DOCa Priorat. Omdat de zon in Spanje nog net wat vaker schijnt en net wat meer warme afstraalt, krijg je hier ook sterkere wijnen van de druif met een vollere body. Maar ook krijg je hierdoor een hoger alcoholpercentage.
Hoewel het aandeel grenache in dit Nieuwe-Wereldland aanzienlijk minder is dan in Frankrijk en Spanje, is het wel het benoemen waard. Want in Australië hebben ze in de gebieden Barossa Valley en McLaren Vale hele oude grenache stokken staan. Hier kunnen ze, door de hoge leeftijd van de stokken, hele mooie wijnen maken met diepgaande aroma’s en mooie specerijen. Deze wijnen kun je heel mooi laten rijpen door hun complexiteit. Hierdoor komen ze zeker in de buurt van de kwaliteit van hun Franse en Spaanse collega’s.
Een glaasje grenache rosé is ideaal als aperitief of bij de borrel doordat hij zo lekker fruitig is. Maar ook bij een lichte pasta is de lichtere stijl grenache (rood of rosé) erg lekker.
De Franse grenache varianten zijn heerlijk met rijke gerechtjes. Een châteauneuf-du-pape is zo heerlijk bij een vol gerechtje als Cocq au vin rouge, of een jachtschotel. Hetzelfde geldt voor een Côte du Rhône, al kun je hier nog net wat meer kanten mee op. Zo kun je deze wijn ook heerlijk combineren met bijvoorbeeld gehaktballetjes, slavink, Franse pasta’s, hutspot, Indonesisch of een bonenstoofpotje. En een Côte du Rhône Village is juist ook weer heel lekker met confit de canard (om even in de Franse stijl te blijven).
Je kunt deze gerechtjes ook erg goed combineren met een Spaanse grenache, al moet je wel onthouden dat deze nog net wat steviger kunnen zijn. Dus dat je gerecht niet te subtiel is waardoor hij kan wegvallen. Ga daarom ook bij deze wijn voor volle en stevige stoofpotjes of mooi rood vlees.
