MENU
De wereld van wijn kan soms, al helemaal in het begin, vrij overweldigend overkomen. Niet alleen zijn er ontzettend veel druivenrassen om te kennen, de verschillen in regio’s maakt dat niet makkelijker. En dan komt daar ook nog de stijl van een wijnmaker bovenop… Om het niet te ingewikkeld te maken gaan we ons vandaag alleen richten op een specifieke keuze van de wijnmaker: hoe hij zijn flessen afsluit.
Lang, lang geleden gebruikte wijnmakers voornamelijk kurk om hun flessen af te sluiten. Dit werkte namelijk het allerbeste om de fles (zo goed als) luchtdicht af te sluiten wat de wijn langer houdbaar maakte. Daarbij komt dat kurk hele kleine hoeveelheden zuurstof doorlaat, waardoor de wijn wel verder kan ontwikkelen (en dus lekkerder kan worden).
Met industrialisatie werd ook de technische ontwikkeling van (schroef)doppen en kronen steeds beter. Het grootste voordeel van dit soort doppen: het is een stuk goedkoper dan kurk. Steeds meer grote wijnproducenten kozen dus voor deze nieuwe technieken. Vaak waren dit alleen wel de wijnen van wat lagere kwaliteit en dus kreeg wijn met een schroefdop een slechte naam. Vandaag de dag is de kwaliteit van alle diverse soorten doppen zo ontzettend goed, dat ook veel kwaliteitswijnen met deze technieken werden dichtgemaakt.
Nu we dit kleine stukje geschiedenis hebben behandeld kunnen we verder. Welke invloed hebben verschillende soorten dopjes op de wijn?
Zoals eerder al werd genoemd, is het voordeel van kurk dat dit hele kleine hoeveelheid lucht doorlaat zodat de wijn verder kan ontwikkelen. Als je dus een wat duurdere fles hebt, kun je ervan uitgaan dat deze een echte kurk heeft. Deze wijn is vaak wat mooier en heeft langer gerijpt waardoor hij zachter is dan jongere wijnen. Omdat kurk een natuurproduct is (schors van een speciale kurkboom), is het niet zo makkelijk te maken, het dus duurder maakt. En niet elke wijnboer kan zich dat permitteren.
Een schroefdop is over het algemeen luchtdicht. Hierdoor kan er niet veel meer met de wijn gebeuren zodra deze in de fles zit. Veel jongere en frissere wijnsoorten hebben daarom een schroefdop, omdat ze geen ontwikkeling nodig hebben en dit een goedkopere manier van verpakken is. Maar dat dit een goedkopere methode is van verpakken, wil niet zeggen dat deze wijn altijd minder lekker is. Niet alle wijnen hebben namelijk ontwikkeling nodig om lekkerder te worden. Sommige wijnen zijn al lang genoeg gerijpt op vat terwijl andere wijnen weer bekend staan om een wat straffere stijl. Laat je dus vooral niet misleiden als je een schroefdop ziet. Al helemaal niet vanwege de volgende optie.
Tussen deze twee soorten dopjes zit nog een soort: een plastic kurk. Dit heeft de ambiance van een echte kurk, maar is over het algemeen ook luchtdicht en dus kan de wijn niet verder ontwikkelen met deze soort kurk. Het heeft dus de uitstraling van een echte kurk, maar is stukken goedkoper. Het resultaat is dus eigenlijk een kurk die er spectaculairder uitziet, maar hetzelfde resultaat biedt als een schroefdop.
Kortom: je hoeft je niet eindeloos stuk te kijken op het feit of er een kurk of een dop op je fles zit. Dit is namelijk niet het bewijs voor een lekkere of minder lekkere wijn. Maar het herkennen ervan en weten wat het met de wijn kan doen, is wat je kan helpen om een echte wijnkenner te worden!
